Auteursarchief: roelinkabroekhuizen

Digitale netwerkmeeting

Op 25 juni hebben we de eerste digitale netwerkmeeting gehad. Hieraan hebben 13 mensen deelgenomen. In twee breakoutsessies hebben de leden in groepjes van 3 met elkaar gepraat. Daarnaast was het voor elk lid mogelijk om iets te ‘pluggen’: tijd om alles te melden wat je maar aan je medeleden kwijt wil, zoals vacatures, beschikbaarheid voor een baan, activiteiten etc.

Hou de nieuwsbrief en de website in de gaten voor de nieuwe data!

Bestuurswisseling

Tijdens de ALV van 10 juni jl hebben Annet Roodenburg, Arienne de Jong, Margreet Olthof en Sabita Soedamah-Muthu afscheid genomen van het NAV bestuur. Zij hebben zich de afgelopen jaren enthousiast ingezet voor de vereniging en vele activiteiten georganiseerd. Dank hier voor!

Aangetreden als nieuwe bestuursleden zijn

Wij wensen hen veel succes en plezier!

Klik voor meer informatie

 

ALV en voedingsforum van 19 maart uitgesteld

In verband met de adviezen rond het coronavirus en reisbeperkingen voor nogal wat NAV leden heeft het bestuur gisteren besloten om de activiteiten van 19 maart af te lassen en te verzetten naar een nader te bepalen datum later in het jaar.

DE ALV EN HET VOEDINGSFORUM VAN 19 MAART GAAN DUS NIET DOOR!

FENS zoekt experts

De wijze waarop het voedingswetenschappelijke onderzoek wordt uitgevoerd, is hard toe aan verbetering, aldus de Federation of European Nutrition Societies (FENS). Er zijn drie werkgroepen opgezet om de voedingswetenschappen een kwaliteitsimpuls te geven: Concepten en methoden; Organisatie, capabiliteit en financiering; Externe communicatie en publieksvertrouwen.

FENS-voorzitter Philip Calder nodigt in heel Europa deskundigen uit plaats te nemen in de werkgroepen. Lees er meer over in het editorial van de Annals of Nutrition en Metabolism van 19 februari 2020, o.a. te vinden op https://www.nutritionintransition.nl/nieuws.

Wil je meewerken en je invloed en je internationale netwerk uitbreiden? Stuur dan een mail aan Philip Calder, pcc@soton.ac.uk

Persbericht NAV Publiekslezing 30 januari 2020: ‘Gezond eten vraagt om goede samenwerking’

PERSBERICHT NAV
Driebergen, 30 januari 2020

‘Gezond eten vraagt om goede samenwerking’

In Nederland veroorzaakt ongezonde voeding veel ziektelast en in West-Europa is een ongezonde voeding verantwoordelijk voor 15 procent van alle sterfgevallen. Gezond eten is dus heel belangrijk. Toch blijkt het in de praktijk lastig om de consument te bereiken met wetenschappelijk onderbouwde voedingsadviezen. Daarvoor is goede samenwerking nodig tussen verschillende partijen, aldus prof. Marianne Geleijnse, hoogleraar Voeding en hart- en vaatziekten aan Wageningen University & Research. Ze gaf haar visie tijdens de publiekslezing “Gezond eten: over geloven en bewijzen”, die de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV) op 30 januari in Driebergen organiseerde.

Als het over gezond eten gaat, heeft iedereen een mening. Het internet staat bol van de wonderdiëten en eens in de zoveel tijd komt er weer een voedingshype voorbij in de media. Intussen staan het gezag van de voedingswetenschap en de onafhankelijkheid van onderzoekers ter discussie. ‘De voedingswetenschap staat onder druk’, aldus Geleijnse. ‘De laatste decennia is er in de wetenschap een cultuur ontstaan, waarin steeds meer eisen worden gesteld aan het aantal publicaties dat je moet halen en het aantal promovendi dat je moet begeleiden’, vertelde Geleijnse. Ze ziet jonge onderzoekers die de wetenschap verlaten omdat ze niet mee willen doen meedoen aan deze “ratrace”. Geleijnse: ‘Je moet als onderzoeker tegenwoordig snel scoren en daar hard over roepen zodat je zichtbaar bent.’

Samenwerking nodig
Deze overspannen cultuur stimuleert volgens Geleijnse het stellen van het eigenbelang boven het algemene belang. En dat terwijl het algemene belang volgens haar voorop zou moeten staan: het streven naar een gezonder en duurzamer eetpatroon van consumenten. Om dat doel te bereiken zou iedereen veel meer moeten samenwerken, van voedingswetenschapper tot arts en van voedingsvoorlichter tot diëtist. Een voedingswetenschapper heeft veel kennis over gezond eten, een voedingsvoorlichter kan deze kennis goed vertalen naar de algemene bevolking en zorgprofessionals als diëtisten kunnen heel goed adviezen op maat geven.

Goede basis
De samenwerking tussen de Gezondheidsraad, het Voedingscentrum en het RIVM vormt in de ogen van Geleijnse een goede basis van de voedingswetenschap. In de Gezondheidsraad wordt al het wetenschappelijke bewijs zorgvuldig gewogen door onafhankelijke wetenschappers van verschillende disciplines, waaronder epidemiologen, voedingswetenschappers en artsen. Geleijnse: ‘In deze wetenschappelijke arena wordt het kaf van het koren gescheiden en daaruit komt een onderbouwd advies over gezonde voeding. Het Voedingscentrum vertaalt dit advies vervolgens naar de consument en het RIVM rekent tenslotte door wat dit betekent voor de gezondheid van de bevolking.’ Volgens Geleijnse is er nog een wereld te winnen als iedereen, ook bloggers en vloggers, zich inhoudelijk baseren op deze onderbouwde voedingsinformatie. ‘Maar influencers op social media zijn wel goed in het verkopen van een boodschap, daar kunnen wetenschappers en voedingsvoorlichters weer wat van leren. Doe dus waar je goed in bent, maar erken een ander in zijn of haar expertise. Alleen zo kun je samen het doel bereiken: de consument gezonder en duurzamer laten eten.’

 

———————————————————————————

Noot voor de redactie:
De lezing is uitgesproken op persoonlijke titel op uitnodiging van de NAV.

Download bijlagen:

Marianne Geleijnse (website) (1967) heeft Biomedische Wetenschappen gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Leiden. In 1991 voltooide ze haar masteropleiding in de epidemiologie en in 1996 behaalde zij haar doctorstitel aan de Erasmus Universiteit, Rotterdam. Haar proefschrift richtte zich op zout en bloeddruk bij kinderen en ouderen. Sinds 1999 is ze verbonden aan de afdeling Humane Voeding en Gezondheid, Wageningen Universiteit. Ze doet daar onderzoek naar voeding en de preventie van hart- en vaatziekten, met aandacht voor duurzaamheid. Ze is projectleider van een langlopend onderzoek bij ruim 4800 hartpati nten (Alpha Omega Cohort). Sinds 2018 combineert ze haar baan als hoogleraar met het vicevoorzitterschap bij de Gezondheidsraad. Marianne heeft circa 300 wetenschappelijke publicaties en 20 promovendi begeleid. Ze was van 2011-2013 voorzitter van de Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen.

De NAV is een Platform van ruim 300 geregistreerde wetenschappelijk opgeleide Voedingswetenschappers in Nederland. Het biedt de gelegenheid aan haar leden uit verschillende sectoren (kennisinstellingen, overheid, industrie, NGO’s) kennis uit te wisselen en te discussiëren over ontwikkelingen in voedingsland. De NAV wil ook niet-leden de gelegenheid geven mee te discussiëren. Daartoe organiseert zij o.a. één keer per jaar een publiekslezing waarin een actueel voedingsvraagstuk centraal staat.

Persbericht is geschreven door Angela Severs, Scriptum Communicatie

Contactadres: Postbus 837 │ 6800 AV Arnhem │T: 06 5083 5993 │
E: info@voedingsacademie.nl

Sadaf Kaashoek-Oliai Araghi heeft de NAV publicatieprijs 2018-2019 gewonnen

Op 14 november jl is de eerste prijs van de NAV publicatieprijs 2019 (publicatiejaar 2018) uitgereikt aan Sadaf Kaashoek-Oliai Araghi met het artikel: “Folic Acid and Vitamin B12 Supplementation and the Risk of Cancer: Long-term Follow-up of the B Vitamins for the Prevention of Osteoporotic Fractures (B-PROOF) Trial.”

In dit artikel wordt onderzocht wat het effect van suppletie van foliumzuur en vitamine B12 op kanker is op de lange termijn d.m.v. koppeling met de IKNL data. In deze studie  werd een hogere risico van foliumzuur en vitamine B12 op alle kankers gevonden en een sterker effect op darmkanker.

De jury bestond dit jaar uit

  • Ronald Mensink (voorzitter) (Maastricht University)
  • Sabita Soedamah Muthu (Tilburg University)
  • Peter Zock (consultant)
  • Ingeborg Brouwer (VU)
  • Lydia Afman (WUR)
  • Edith Feskens (WUR)

Procedure

Elk jurylid had onafhankelijk van elkaar de artikelen gescoord op voedingskundig gehalte, kwaliteit, wetenschappelijke impact en maatschappelijke impact. Indien een jurylid betrokken was bij de totstandkoming van het artikel heeft het desbetreffende jurylid geen beoordeling ingevuld. De jury heeft de drie beste inzendingen geïdentificeerd en deze nummers 1, 2 en 3 uitgenodigd om elk na het najaarsforum op 14 november hun artikel kort te presenteren.

2e en 3e prijs

Op de tweede plek was geëindigd Coosje Dijkstra met het artikel: “Socio-economic differences in the change of fruit and vegetable intakes among Dutch adults between 2004 and 2011: the GLOBE study”. Wilrike Pasman (TNO) met het artikel: “Subjective feelings of appetite of wholegrain breakfasts evaluated under controlled, laboratory and ‘at home’ conditions” was geëindigd op de derde plek.

Volledige referenties:

Corné van Dooren in het AD naar aanleiding van NAV op locatie

‘Voor de planeet is het niet nodig om insecten en zeewier te eten’

We hoeven voor onze gezondheid en de planeet echt niet louter op insecten en zeewier te gaan knagen. Zo’n drastische omslag is nergens voor nodig, zegt voedingswetenschapper Corné van Dooren van het Voedingscentrum. ,,Het eetpatroon van een eeuw geleden was zo gek nog niet.’’

Het waren pittige aanbevelingen die wetenschappers van EAT, een non-profitorganisatie in Stockholm, begin dit jaar deden in het toonaangevende medische vakblad The Lancet. We moeten terug naar een onsje rood vlees per week en hoogstens vier keer per week een ei. En één portie zuivel per dag. Anders is het onmogelijk om in het jaar 2050 9 miljard mensen fatsoenlijk te voeden.

Een voedingspatroon met minder dierlijke eiwitten en meer plantaardige is keihard nodig om de planeet te blijven voeden. Daarom kun je her en der al insecten kopen en experimenteert wereldspeler Ikea met meelwormburgers. ,,Het is al langer bekend dat we een verschuiving moeten maken als het gaat om eiwitten’’, aldus Van Dooren, die vorig jaar promoveerde op de manieren om onze voedingsgewoonten zo gezond en duurzaam mogelijk te maken.

,,Nu halen we gemiddeld 61 procent van onze eiwitten uit dierlijke en 39 procent uit plantaardige producten. Dat zou omgekeerd moeten worden volgens de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur: 40 procent dierlijk en 60 procent plantaardig. En we zouden ook wat minder eiwit moeten consumeren.’’

Drie keer meer noten

Juist over die verschuiving van vlees naar eiwitten uit andere bronnen spreekt Van Dooren donderdag tijdens The Future is Green: The Protein Transition in Delft. Voedselwetenschappers komen daar bij DSM bij elkaar om te spreken over de hoofdrol die Nederland moet gaan spelen in die transitie.

De huidige adviezen van het Voedingscentrum wijken maar licht af van de adviezen die de bezorgde wetenschappers geven. Zo is de aanbevolen hoeveelheid rood vlees per week maximaal 100 gram, terwijl het Voedingscentrum nu maximaal 300 gram adviseert. ,,En ze adviseren iets minder zuivel en meer vis. Ze komen vooral uit op grotere porties peulvruchten en noten. Dat sluit wel aan bij de laatste adviezen voor de Schijf van Vijf om meer ongezouten noten – een handje per dag – en elke week een portie peulvruchten te eten.’’

Haring en mosselen

Om te verschuiven naar meer plantaardige eiwitten hoeven we niet massaal aan de zeewier, meelwormen of quinoa. ,,Het kan eenvoudig door te kijken naar hoe we ongeveer honderd jaar geleden aten: brood, pap, pannenkoeken en erwtensoep. Het eten van een eeuw geleden was zo gek nog niet.’’

Ook al waren sommige voedingsmiddelen vaak langer houdbaar gemaakt met zout, toch at men destijds gezonder en duurzamer dan nu. ,,En men at meer groente.’’ Aten we toen niet veel meer vet vlees, zoals spek? ,,Dat valt wel mee. Gemiddeld aten mensen de helft minder vlees dan we nu doen. En we aten vaker vis: haring, mosselen. Dat past ook in een gezond voedingspatroon. Laten we het goede behouden.’’

Het advies van Van Dooren is niet ingewikkeld: neem eens wat vaker bruine bonen, kapucijners en ter afwisseling kikkererwten en kidneybonen. En noten natuurlijk, die sinds 2016 ook in de Schijf van Vijf schitteren. ,,Walnoten, hazelnoten, tamme kastanjes, allemaal goede bronnen van eiwitten. En pinda’s passen er ook in. Vroeger niet, omdat ze veel vetten bevatten, maar ook pinda’s zijn een goede bron van eiwitten en er zitten vitamine B1 en ijzer in. Als je 100 procent pindakaas op je brood smeert, dan past dat gewoon in de Schijf van Vijf.’’

De omkering van 60/40 naar 40/60 is misschien wat drastisch, maar 50/50 zou al mooi zijn, vindt de voedingswetenschapper. ,,Het hoeft niet in één klap, het heet niet voor niets een transitie.’’ De kleine veranderingen zijn ook terug te vinden in de ‘Eetwissels’ die het Voedingscentrum eerder dit jaar introduceerde. Vervang ham op brood een keer door ei en een witte bol door een bruine boterham. ,,Begin gewoon met kleine stappen.’’

Eendekroos

Niet allemaal zeewier eten dus? ,,Het is natuurlijk prima om te innoveren. Ze zijn zelfs aan het kijken of je kroos uit de sloot kunt eten. Het is interessant, net als alle zeewieren die eetbaar zijn. Maar daar win je niet de grote slag mee. Dat is wellicht iets voor de verre toekomst.’’

Overgenomen uit AD, Ellen den Hollander 13-05-19