Over ‘cherry picking’ van wetenschappelijke gegevens om een punt van overtuiging te creëren, terwijl ‘ongunstig’ bewijs en kritiek op die visie achterwege gelaten wordt. Diegenen die dit doen noemen wij in de wetenschap “cherry pickers”.
Overmatig gebruik is altijd slecht, zelfs kraanwater kan intoxicatie en dood veroorzaken als het overmatig wordt gedronken. Hetzelfde geldt voor fructose! Er zijn veel verkeerde interpretaties en misvattingen met betrekking tot fructose. Wij hebben deze in 2014 besproken in “Misconceptions about fructose-containing sugars and their role in the obesity epidemic”, een publicatie die in Engeland de notatie “Science paper of the month” ontving (Buul, Tappy en Brouns; Nutrition Research Reviews (2014 ), 27, 119–130, https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4078442/ en gaven ook commentaar op ongebalanceerde opvattingen over veronderstelde negatieve effecten van fructose in Mayo Clinical Proceedings in 2015, (“Fructose as a Driver of Diabetes: An Incomplete View of the Evidence”. Sievenpiper, Tappy en Brouns, http://dx.doi.org/10.1016/j.mayocp.2015.04.017).
Een van de moeilijkheden bij de interpretatie en het trekken van conclusies m.b.t de effecten van fructose, is dat veel onderzoeken werden gedaan met zeer hoge doseringen puur fructose vooral in vitro, in proefdierstudies en beperkt bij mensen. Mensen consumeren echter zelden puur fructose want zij dit vrijwel altijd als een begeleidend monosaccharide in met glucose, zoals het geval is in sucrose, fructose-glucosestroop, honing of fruit. Terwijl zuivere fructose bijna geen insulinerespons opwekt, induceert fructose samen met glucose wel een significante insulinerespons. Daarnaast wekt puur fructose in hoge doses (> 30 gram), t.g.v. de langzame absorptie bij mensen winderigheid en dunne ontlasting of diarree op, terwijl dat bij consumptie samen met glucose grotendeels afwezig is. Dienovereenkomstig mogen gegevens uit studies met puur fructose in feite niet worden gebruikt om te generaliseren m.b.t. de effecten bij gebruikelijke menselijke consumptie samen met glucose. Dit wordt echter zeer vaak genegeerd in populaire berichten over de slechte kanten van suikers.
Een andere belangrijke misvatting is dat alle fructose wordt gemetaboliseerd door de lever, zoals nog steeds wordt gepostuleerd door Lustig en anderen, terwijl zeer nauwkeurig onderzoek m.b.v. stabiele isotopen bij mensen dat aantoont dat slechts een zeer kleine fractie (1-3%) wordt omgezet in vetten. Ook is aangetoond dat het overgrote deel in de darmcellen wordt omgezet in melkzuur, glucose en organische zuren. Dit wordt vaak genegeerd als het niet past in de heilige overtuiging dat fructose vergif voor de lever is. Deze wetenschappelijke bevindingen betekenen in feite dat van de kleine tot matige hoeveelheden fructose die mensen meestal consumeren nauwelijks iets in de lever terecht komt. Maar, er is wel één uitzondering! Wanneer een acute excessieve hoeveelheid fructose wordt gegeven in onderzoeken bij dieren en mensen, kan de omzettingscapaciteit van de darmcellen worden ‘overschreden’, wat ertoe leidt dat er dan meer fructose naar de lever gaat. Degenen die er sterk van overtuigd zijn dat fructose vergif voor de lever is, zullen dit gegeven selectief citeren terwijl zij de afwezigheid van effecten na matige inname niet vermelden. Hierdoor ontstaat dan een onevenwichtig en onjuist beeld dat leidt tot onjuiste absolute conclusies zoals bijvoorbeeld “fructose is voor de lever net zo giftig als alcohol”. De belangrijkste vraag in dit verband is: “wat is excessief?”. Het feit dat te veel drinken van water kan leiden tot fatale waterintoxicatie zou het geloof kunnen voeden dat water giftig is en dat wij maar beter helemaal moeten stoppen met water drinken. Dit zou echter absurd zijn! Evenzo is het absurd om te stellen dat fructose altijd schadelijk is.
Een andere misvatting is dat fructose zonder meer leidt tot negatieve effecten in de cel op mitochondriën en zelfs tot DNA-schade, e.e.a. gebaseerd op blootstelling aan een zeer hoge dosering puur fructose of van gesynthetiseerde fructose-eiwitverbindingen (AGE’s), die in in-vitro reageerbuizen of bij dierproeven d.m.v. injectie/infusie worden toegediend. Plaats dit in het licht van het feit dat er geen gegevens zijn over de daadwerkelijke intestinale absorptie van dergelijke verbindingen, noch dat er gegevens zijn dat de concentraties van deze verbindingen bij mensen daadwerkelijk de niveaus bereiken die in deze laboratoriumtests worden gebruikt. Ook in dit geval kunnen “gelovigen in absolute fructose-toxiciteit” dergelijke gegevens selectief gebruiken om te concluderen dat fructose ontsteking, celschade en kanker veroorzaakt. Ook hierdoor ontstaat een er een ongebalanceerde opinie waardoor de niet insider op het verkeerde been wordt gezet.
Zoals men kan lezen in zorgvuldig geschreven wetenschappelijke artikelen, gebruiken de auteurs vaak woorden als “kan”, “zou kunnen”, “mogelijk”, “potentieel”, etc., als de vraag voor het vinden van een causaal bewijs (nog) niet beantwoord is. Bij het citeren veranderen “cherry pickers” deze woorden over het algemeen in absolute termen van causaliteit zoals “leidt tot” of “veroorzaakt”. Een paar voorbeelden van dergelijke studies waaruit men data als absolute “oorzaak-gevolg” zou kunnen citeren terwijl correcte interpretaties en conclusies die in dezelfde publicatie staan achterwege gelaten kunnen worden. Een paar voorbeelden zoals het wel zou moeten zijn. Todoric en zijn medewerkers hebben zeer recent een artikel gepubliceerd met de “Fructose stimulated de novo lipogenesis is promoted by inflammation”. (Nat Metab. ,2020. Https://doi.org/10.1038/s42255-020-0261-2 ). De onderzoekers observeerden “ontstekingsreacties” na een zeer hoge dosering fructose. “Cherry pickers”: zullen dit artikel gebruiken om te zeggen” fructose veroorzaakt ontsteking” en zullen negeren om de volgende belangrijke opmerking uit hetzelfde artikel te vermelden: “Interessant genoeg ontdekte het onderzoeksteam dat wanneer de fructose-inname werd verlaagd tot onder een bepaalde drempel er geen nadelige effecten werden waargenomen bij muizen, wat erop wijst dat alleen overmatige en langdurige fructoseconsumptie een gezondheidsrisico vormt. Matige inname van fructose door normale consumptie van fruit wordt goed verdragen.”
In het artikel “Fructose causes endothelial cell damage“ van Sotokawauchi en collega’s in Diabetes & Vascular Disease Research 2019, Vol. 16 (6) 556-561. https://journals.sagepub.com/doi/pdf/10.1177/1479164119866390 , beschrijven de auteurs mogelijke mechanismen waardoor blootstelling aan een hoge dosering fructose- glyceringseiwitten (AGE’s),in in-vitro testen, tot celschade leidt. Ze stellen echter terecht: “Extrapolatie van deze in vitro resultaten naar de in vivo klinische situatie bij mensen dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren. Daarom is verder longitudinaal onderzoek nodig om te onderzoeken of fructoserijke voeding de plasmaconcentraties van Fruc-AGEs bij mensen daadwerkelijk verhoogt”. Dit is een evenwichtige en genuanceerde kijk op de zaak. “Cherry pickers” zullen citeren dat fructose de cel beschadigd.
In een andere recente testen, uitgevoerd op geïsoleerde cellen, getiteld: “Dietary sugars and related endogenous advanced glycation end-products increase chromosomal DNA damage” (Permal Deo, Mutagenesis, Volume 35, Issue 2, March 2020, 169–177, https://doi.org/10.1093/mutage/geaa002) tonen de auteurs aan dat hoge doseringen van deze stoffen nadelige effecten veroorzaken. Maar, plaats dit eens in het licht van het gegeven dat het fructosegehalte in het bloed bij de mens extreem laag blijft, zelfs na orale inname van grotere hoeveelheden en ook van de zeer lage niveaus van fructose-glycerings eiwitten zoals die bij personen zonder gezondheidsproblemen worden gezien. Dienovereenkomstig komen de auteurs als volgt tot een evenwichtige mening: “Concluderend toont deze studie een mogelijk verband aan tussen fysiologisch hoge concentraties van reducerende suikers of AGE’s en verhoogde chromosomale schade, een belangrijk nieuw aspect van de pathologie veroorzaakt door diabetes. Uiteindelijk zou het verlies van integriteit van het genoom het proces van veroudering kunnen versnellen en het risico op aan leeftijd gerelateerde ziekten op de lange termijn kunnen vergroten. Deze bevindingen duiden op de noodzaak van verder onderzoek naar de effecten van glycering op chromosomale instabiliteit en om vast te stellen of dit effect in vivo bij mensen wordt gerepliceerd”. Op basis van deze gegevens kun je dus niet concluderen dat fructose DNA-schade en kanker veroorzaakt. Wel dat er aanwijzingen zijn dat bij personen die lijden aan diabetes verhoogde niveaus van deze stoffen effecten zullen hebben.
Het omgekeerde scenario, zoals dat soms in de marketing in de levensmiddelenindustrie gebeurt, is ook mogelijk en evenzeer verwerpelijk. Het gegeven dat fructose nauwelijks het bloedglucose en insuline verhoogd (zeer lage glykemische index heeft) kan geïnterpreteerd worden als “heel gezond, dus kun je daarvan vooral veel eten/drinken. Dit is onjuist en in de context van alle kennis over fructose en suiker ontoelaatbaar. Reden om daar dan op te wijzen en indien nodig een aanpassing af te dwingen.
Er zijn veel populaire internetcommunicaties en boeken die bepaalde opvattingen promoten op basis van ‘cherry picking’. Iedereen kan een tekst schrijven en deze ondersteunen met een lange lijst van referenties met het doel wetenschappelijke impact en geloofwaardigheid te creëren. Echter, geen van dergelijke teksten zullen vanwege het trekken van niet-evidence-based conclusies of dubieuze uit de context gehaalde citaten worden geaccepteerd voor publicatie in door experts kritisch gescreende (peer-reviewed) tijdschriften. De ervaring leert dat het aanspreken hierop zelden leidt tot het bijstellen van een reeds breed uitgesproken opinie. Integendeel, meestal volgt er dan een poging om de criticus in diskrediet te brengen.
Door aspecten van suiker en gezondheid in een correct perspectief te plaatsen, hebben activisten platforms (zoals o.a. Foodwatch) zonder steekhoudend bewijs en zonder ruggespraak te houden met betrokkenen gesuggereerd dat degenen die dat doen daarvoor door de industrie worden betaald of er nauwe banden mee onderhouden. Schrijvers van populaire teksten die zich na terechte kritiek “aangevallen voelen” en vast blijven houden aan hun opinie zullen vervolgens verwijzen naar de ergens gelezen suggestie “onderhoud banden met de industrie”, een van de redenen dat steeds meer wetenschappers zich onthouden van het geven van feedback op media nieuws. Hiervan zijn in Nederland en ook internationaal veel voorbeelden. Maar, degenen die dat oprecht doen creëren in feite evenwicht en transparantie in opvattingen over voeding en gezondheid op basis van goed gelezen en geïnterpreteerd onderzoek zoals ook hun ethische beroepscode dat voorschrijft. Datzelfde geldt voor de leden van de gezondheidsraad en de medewerkers van het voedingscentrum.
De grootste uitdaging is hierdoor aan de zijde van de consument voor het maken van een gezond verstand keuze. Wie te geloven?
En dan nog dit:
- Het drinken van met suiker gezoete dranken levert een aanzienlijke bijdrage aan gewichtstoename bij diegenen die dit vaak doen en tevens een algemene ongezonde levensstijl hebben.
- Fruit en 100% vruchtensappen zijn belangrijke leveranciers van glucose en fructose en regelmatige consumptie wordt in verband gebracht met gunstiger gezondheidsresultaten. Toch is het (uit energetisch en verzadigingsoogpunt) raadzaam vruchtensappen alleen in kleine hoeveelheden te consumeren terwijl vers fruit wel veel gegeten kan worden.
- Uit gezondheidsoverwegingen dient de consumptie van toegevoegde suikers te worden beperkt tot <10% van de dagelijkse energie-inname, een internationale aanbeveling
- In tegenstelling tot effecten op gewichtstoename is de frequentie van blootstelling aan suiker een belangrijker factor voor tandcariës, dan de hoeveelheid.
- Overconsumptie van voedsel of bepaalde voedselcomponenten leidt altijd tot ongewenste effecten.
- Om valide conclusies te trekken moet de totaliteit van bewijs in acht genomen worden en niet slechts fragmenten die bij een bepaalde overtuiging passen.
- Als emeritus-hoogleraar heb ik deze tekst geschreven in het kader van mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid voor correcte en gebalanceerde wetenschappelijke informatie over voeding en gezondheid, conform de ethische beroepscode die wij volgen.
Voor meer detail zie recent gepubliceerde artikelen beneden:
Emeritus Prof. Dr. Fred Brouns, Maastricht University, Faculty of Health, Medicine and Life Sciences, School of Nutrition and Translational Research in Metabolism, Dept of Human Biology, Maastricht, Nederland